De thermometervogel (Leipoa ocellata) broedt niet zelf zijn eieren uit, maar verstopt deze in een broedhoop van bijeengeschraapte bladeren, bedekt met een dikke laag zand. De eieren blijven door het broeien van de composterende bladeren op temperatuur en komen na enige tijd zonder bemoeienis van de oudervogels uit. De thermometervogel kan met zijn snavel de temperatuur meten van de nesthoop, om zo te zorgen dat het nest precies op temperatuur blijft. In het nest kunnen in één seizoen wel dertig eieren worden gelegd, maar gemiddeld brengt een broedpaar per jaar zo’n acht tot tien kuikens voort. Het ei heeft een voor vogels ongewoon hoog gewicht, 10% van het gewicht van de hen
Timelapse: een drukke dag van nestelende thermometervogels